De HEER richtte zich tot mij:

‘Mensenkind, je woont te midden van een opstandig volk. Het heeft ogen om te kijken maar het ziet niets, en oren om te horen maar het luistert niet, opstandig als het is. Pak daarom bij elkaar wat je nodig hebt om in ballingschap te gaan, mensenkind, en vertrek bij daglicht, zodat iedereen het kan zien; ze moeten zien dat je vanuit je woonplaats in ballingschap gaat, ergens anders heen. Misschien dat ze dan, hoe opstandig ze ook zijn, hun ogen gaan gebruiken. Breng alles wat je als balling nodig hebt overdag naar buiten, en ga zelf ’s avonds naar buiten alsof je in ballingschap gaat. Zorg ervoor dat ze kunnen zien wat je doet. Zorg dat ze zien hoe je een gat in de muur van je huis maakt om je bezittingen naar buiten te brengen. Zorg dat ze zien hoe je alles op je schouders laadt en wegdraagt als het helemaal donker is. Je moet je gezicht bedekken, zodat je het land om je heen niet meer kunt zien. Wat je doet zal een teken zijn voor het volk van Israël.’ Ik deed wat mij was opgedragen. Overdag bracht ik alles naar buiten wat ik nodig had om in ballingschap te gaan en ’s avonds maakte ik met mijn handen een gat in de muur. Toen het helemaal donker was, laadde ik alles op mijn schouders en droeg het weg terwijl het volk toekeek.

De volgende morgen richtte de HEER zich tot mij:

‘Mensenkind, hebben die opstandige Israëlieten je niet gevraagd wat je aan het doen was? Geef ze namens Mij dit antwoord:

“De last die ik op mijn schouders droeg, dat is de vorst in Jeruzalem, samen met alle Israëlieten die er wonen.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Ezechiël 34:21-31 De slechte herders en de goede h...
Ezechiël 3:18-27 2
Ezechiël 18:14-22 Wie rechtvaardig handelt, zal le...
Ezechiël 30:15-26 2
Ezechiël 38:13-23 Gogs leger vernietigd 2
Ezechiël 14:12-23 Het lot van Jeruzalem 2
Ezechiël 19:1-14 De leeuwin en de wijnstok
Ezechiël 45:13-25 Verdeling van de grond 2
Ezechiël 10:13-22 2
Ezechiël 22:1-17 Oordeel over Jeruzalem 1
Ezechiël 34:1-10 De slechte herders en de goede he...
Ezechiël 24:1-14 De kookpot 1
Ezechiël 1:15-28 Ezechiël geroepen 2
Ezechiël 12:11-19 Een teken voor het opstandige vo...
Ezechiël 42:1-11 De ruimten voor de priesters 1
Ezechiël 14:1-11 1
Ezechiël 46:12-24 2
Ezechiël 1:1-14 Ezechiël geroepen 1
Ezechiël 37:15-28 Eén God, één volk, één herder 2
Ezechiël 23:1-16 Ohola en Oholiba 1
Ezechiël 40:1-12 De nieuwe tempel 1
Ezechiël 18:1-13 Wie rechtvaardig handelt, zal lev...
Ezechiël 22:18-31 Oordeel over Jeruzalem 2
Ezechiël 13:14-23 2
Ezechiël 26:1-11 Profetie over Tyrus 1
Ezechiël 35:1-15 Profetie over het Seïrgebergte en...
Ezechiël 23:31-44 Ohola en Oholiba 3
Ezechiël 43:21-27 De verschijning van de HEER keer...
Ezechiël 16:28-40 Jeruzalems ontrouw 3
Ezechiël 39:1-14 1
Ezechiël 12:20-28 Een teken voor het opstandige vo...
Ezechiël 21:29-37 Het goddelijk zwaard 3
Ezechiël 41:1-12 1
Ezechiël 20:13-25 Israël opstandig en ontrouw 2
Ezechiël 7:14-27 Het einde komt 2
Ezechiël 43:12-20 De verschijning van de HEER keer...
Ezechiël 31:12-18 2
Ezechiël 24:15-27 Een plotselinge slag 2
Ezechiël 48:23-35 3
Ezechiël 41:13-26 2
Ezechiël 11:14-25 2
Ezechiël 36:26-38 3
Ezechiël 13:1-13 1
Ezechiël 17:1-14 De adelaars en de wijnstok 1
Ezechiël 29:13-21 Profetie tegen Egypte 2
Ezechiël 33:12-21 Ieder mens naar zijn daden beoor...
Ezechiël 4:1-10 1
Ezechiël 44:20-31 Toegang tot de tempel 3
Ezechiël 32:1-15 1
Ezechiël 42:12-20 De ruimten voor de priesters 2
Ezechiël 28:1-15 1
Ezechiël 9:1-11 1
Ezechiël 16:14-27 Jeruzalems ontrouw 2
Ezechiël 30:1-14 1
Ezechiël 37:1-14 Een dal vol beenderen 1
Ezechiël 45:1-12 Verdeling van de grond 1
Ezechiël 18:23-32 Wie rechtvaardig handelt, zal le...
Ezechiël 16:52-63 Jeruzalems ontrouw 5
Ezechiël 48:1-12 1
Ezechiël 5:10-17 2
Ezechiël 20:26-36 Israël opstandig en ontrouw 3
Ezechiël 34:11-20 De slechte herders en de goede h...
Ezechiël 40:27-39 De nieuwe tempel 3
Ezechiël 39:15-29 2
Ezechiël 31:1-11 1
Ezechiël 4:11-17 2
Ezechiël 36:13-25 2
Ezechiël 25:10-17 Profetie tegen de volken die Isr...
Ezechiël 27:1-19 1
Ezechiël 21:1-16 Het goddelijk zwaard 1
0Shares